Pak een dobbelsteen of vouw een ‘happertje’ en schrijf hier getallen op. Verzin bij elk getal een leuke actieve opdracht of gebruik opdrachten uit het lijstje hieronder. En dan? Gooien en bewegen maar! Je kunt om de beurt één opdracht doen of met de groep tegelijk. Hoeveel opdrachten kunnen jullie achter elkaar volhouden?
Voorbeeld opdrachten:
- Ren en/of fladder een rondje als een kip (of haan).
- Draai 5 keer een rondje.
- Raak 10 keer achter elkaar je hoofd, schouders, knieën en tenen aan.
- Loop of rol zigzaggend naar een boom, muur, deur of paal in de buurt en terug.
- Probeer 30 seconden op één been te staan of balanceer iets op je vingers of hand (een takje, pen of bal).
- Probeer je 5 keer op te drukken of jezelf op te tillen/trekken met je handen.
- Neem een aanloop en spring of rol zover mogelijk. (Wie komt het verst?)
- Ren, rol of huppel zo snel mogelijk naar een bepaald punt (boom, muur, deur, paal) en terug.
- Bedenk zelf een dier om na te doen. Denk aan een kangoeroe, aap, kikker of olifant. Kunnen de anderen raden wat je uitbeeldt?
- Free style: doe een zelfbedachte beweging. De anderen doen jou na.
- Maak je zo klein mogelijk en rek je dan uit zo ver als je kunt.
- Pak een gewicht (een fles, steen of tak) en houd dit eerst zover mogelijk van je af en dan zo hoog mogelijk boven je hoofd. Herhaal dit 5 of 10 keer.
Uitgekeken op de opdrachten? Verzin dan gewoon nieuwe! Je kunt ook creatieve opdrachten bedenken of dingen die je samen moet doen.